Pre-puber

Met tranen in haar ogen staat ze mij te woord. Ze vertelt over de woedeaanvallen van haar zoon. 11 jaar is hij en fysiek al sterker dan zij is. Als alleenstaande moeder van 2 zoons heeft ze het zwaar. De vader is uit beeld en de oudste zoon neemt de vaderrol in door dominant gedrag te vertonen en luistert niet meer naar moeder. Vaak is hij agressief en boos naar moeder als die hem bijvoorbeeld verbiedt te gamen. Maar soms is het ook weer een klein kind met verdriet dat niet ophoudt met huilen.

Ik hoor het aan en geef advies. Moeder ontspant wat en zegt dat vooral de weekenden zwaar zijn. Dan is het kind niet op school en verveelt het zich. Voor extra sporten en hobby’s  in het weekend is er geen geld.

Samen met moeder zet ik de zaken op een rijtje. Wat kan helpen? Wat is een eerste stap. Ik ondersteun met opvoedadvies en geef haar een beeld van pre-puber gedrag. En vooral vertel ik haar dat ze de enige niet is. Ik heb meer cliënten met hetzelfde probleem gehad. Ik moet denken aan het vinden van een balans tussen liefde geven en streng zijn.

Hoe kalmeer je kinderen?

Nu kinderen veel thuis zijn met alleen broers en zussen om hen heen, kan de druk op de ketel groot zijn. Kinderen kunnen last hebben van spanning en overstimulatie. Nu adviseer ik het volgende als je kinderen hebt die veel ruzie maken.

1) Het kan een leerervaring zijn voor kinderen die ruzie maken.

Kinderen kunnen zelf vaak genoeg uit de strijd komen en te vroeg ingrijpen maakt ze afhankelijk van het oordeel van de ouders.

 

2) Als het uit de hand loopt, zeg dan: Stop, dit werkt niet.

Laten we weer aardig doen tegen elkaar. Kunt je dat doen?

 

3) Als kinderen elkaar pijn doen, slaan of schoppen, moet je als ouder ingrijpen.

Naast vrijheid wil een kind zijn ouder als krachtig ervaren. Daarom moet je ook grenzen stellen. Als kinderen elkaar pijn doen, haal je kinderen dan uit elkaar en praat apart met ze. Spreek je kinderen op een duidelijke toon aan. Sommige ouders zijn wat temperamentvoller dan andere ouders, maar probeer nooit tegen jouw kinderen te schreeuwen. Een krachtig optreden is echter mogelijk. Benoem wat je ziet. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat je je broer pijn doet’. Gevolgd door te stellen dat je een harmonieuze omgeving wilt creëren. Vraag dan of je kind dat gedrag kan stoppen.

 

4) Geef jouw kinderen voldoende 1: 1 aandacht om jaloezie onder hen te voorkomen.

Zo vermijdt je ook eventuele ruzies die hieruit kunnen voortvloeien.

 

5) Probeer het met de kinderen uit te praten, zodat ze hun gevoelens kunnen uiten en om  met hen samen te werken met als resultaat een ​​strategie om ermee om te gaan.

Voor kleine kinderen kun je emotiekaarten gebruiken om zichzelf uit te drukken.

 

6) Laat de kinderen bewegen om te ontladen.

Op een deken op de grond rollen, een handstand doen, naar buiten fietsen.

 

7) Humor helpt.

Maak grappen. Maak grappige gezichten.

8) Laat de kinderen een leuke online yogales doen.

 

 

 

 

 

Inbakeren oud en nieuw

Wat is er veel veranderd op het gebied van inbakeren. Vroeger was het zo dat als de baby geboren was de dokters de raad gaven om de navelstreng door te snijden met een mes, maar vaak ook met een korst brood, een stuk aardewerk of een stuk riet. De bevalling werd begeleid door een vroedvrouw.

Het pasgeboren kindje werd aangekleed door de vroedvrouw. Men dacht dat het inbakeren (stevig in luiers verpakken) het vervormen van armen en benen zou tegengaan, navelbreuk voorkomen en opgelopen kneuzingen door de bevalling zou genezen. In latere tijden tot in de 20te eeuw was er rondom de bevalling ook een baker. Dit was de huidige verloskundige. Zij begeleidde de vroedvrouw en was een paar dagen voor en na de bevalling in huis. Zij bakerde het kindje in. Het hoofdje van de baby werd bedekt met een kleine muts om de broze fontanel te beschermen. De baker raakte in ongenade toen er verloskundigen kwamen. Het woord ‘bakerpraatjes’ ontstond. Doordat bakers vaak onjuiste beweringen hadden.

Ongeveer 25 jaar geleden werd het inbakeren herontdekt omdat baby’s steeds onregelmatiger gingen drinken en slapen. Er zijn veel verschillen tussen het inbakeren van toen en nu. De huidige techniek van het inbakeren, mits juist uitgevoerd, is niet belastend voor de groei en de heupontwikkeling. Baby’s hoofd wordt niet ingebakerd en warmtestuwing wordt met het juiste materiaal voorkomen.

Momenteel is het inbakeren erg in zwang. Baby’s worden er rustiger van.

 

Beter luisteren

Heb je ook problemen met je kind wat niet luistert? Daar is veel over geschreven. Zoals dat heldere regels, goede afspraken maken en bij je besluit blijven helpt. Ook de toevoeging je bent moeder en geen generaal kan helpen om in het achterhoofd te houden.

Gezinsvergadering

Maar in wat voor vorm kan je dit nu het beste gieten? Als je in een gezin met kinderen zit die niet willen luisteren heb ik als structuurvoorstel vaak om één keer per week een gezinsvergadering te beleggen, waarin tot afspraken gekomen wordt. En waarin wordt geëvalueerd of de afspraken worden nageleefd. Dit helpt om niet uit de verbinding te gaan en om de autonomie van de kinderen te bekrachtigen, waardoor ze met eigen inbreng tot afspraken met de ouders kunnen komen. En zich verantwoordelijk hiervoor gaan voelen.

Harmonie

Mijn zoon kookt na wat vergaderingen nu fluitend mee en maait wekelijks het gras zonder morren en stoten. Maar ook  als ouder kan je openstaan voor kritiek van je kinderen, wat denken zij dat je als ouder beter kan doen in de vergadering? Stel je kwetsbaar op. Dir zorgt uiteindelijk voor een goede harmonie.

Grenzen zetten

Grenzen zetten voor kinderen is niet altijd even makkelijk. Vooral bij vrij geesten met een sterke wil. Toch kan ik niet genoeg benadrukken hoe belangrijk dat is.

Waarom is grenzen zetten belangrijk ?

Kinderen met een sterke wil kunnen door een machtsstrijd aan te gaan hun ouders uitputten. Om overspannenheid of een burn-out te voorkomen is het belangrijk om nee tegen je kind te leren zeggen en consequent te zijn.

Wat te doen? 

Praten over zijn boosheid als de rust in de tent is weergekeerd is goed. Je kan natuurlijk wel aan de frustratie van het kind tegemoet komen door keuze-opties aan te bieden. Oké, jij kan kiezen tussen deze twee opties: of je gaat eerst je speelgoed opruimen, of eerst naar een verhaaltje luisteren en daarna je speelgoed opruimen. Als je kind voor een derde (ongewenste) optie kiest, zoals dat hij persé nu een ijsje met slagroom wil eten (wat je niet in huis hebt en ook niet van plan bent te geven), leg je hem kalm en doortastend uit dat dat geen realistische optie is. En dat je wacht tot hij uit de eerste 2 opties gekozen heeft. Of op een andere manier een stuk autonomie geven.

Verder negatief gedrag zoals drama-queen gedrag gewoon negeren en het kind rustig laten uitrazen. Laten stampen als een olifant op de vloer of boksen in een kussen werkt ook vaak goed.

Verdere opties:

Veel wandelen in de natuur laadt positieve energie op en ook bewegen om overtollige energie kwijt te raken is een goed ding.

 

Slaapritueel

Heb je een jong kind wat bang is om te gaan slapen? Dan is een goede voorbereiding het halve werk. Sommige kindjes hebben het gevoel dat ze in een soort afgrond vallen. Zeg dan tegen je kind dat het naar dromenland gaat of naar sterrenland en maak er een bedritueel van. En laat het kind niet naar een beeldscherm kijken vlak voor het slapen gaan. Een kind gedijt beter bij de beelden van de gewone dingen des levens zoals de tafel dekken, was opvouwen, de tafel afnemen, in de tuin werken etc.

Als je kind gestrest is helpt een rustgevend kamille-, lindebloesem-, calendula- of lavendelbadje vlak voor het slapengaan. Bij tandpijn helpen kamille zetpillen. Bij buikpijn een kamille wikkel om de buik.

Tenslotte voel je niet schuldig als je kindje niet wil slapen en denk aan de andere kant ook niet dat je kind het expres doet.

Antroposofie

Voor mijn eindopdracht bij de cursus JGZ en antroposofie interviewde ik Rineke Boerwinkel, antroposofisch jeugdarts te Haarlem. Zij vertelde in het interview over de magische wereld van het jonge kind. Ze gaf de uitleg dat je jonge kinderen niet teveel een verhaal waarbij ze in hun denken gaan zitten moet vertellen. Maar eerder dat je ze iets vertelt, waarbij de magische wereld betrokken wordt, waar ze nog vol inzitten. Dus als ze bijvoorbeeld bang zijn voor het krijgen van een prikje kan je er hun knuffel bij betrekken als arts, door tegen de knuffel te praten en deze ook een prikje te geven. Volgens Rineke ga je op die manier bij een kind van het hoofd naar de buik, waar het gevoel zetelt. Een kind zal zich dan eerder met de volwassene verbonden voelen.

Pesten

In het boek ‘Alles over Pesten’ van Mieke van Stigt staat een mooie theorie over pesten. Pesten wordt niet veroorzaakt door het slachtoffer, maar is een gevolg (of liever: een signaal) van een negatief groepsproces. Kinderen worden in horizontale groepen geplaatst, waardoor de sociale hiërarchie niet op een natuurlijke wijze ontstaat (bijvoorbeeld: de oudste is de leider), maar onderling geregeld moet worden via in- en uitsluiting, negatieve opmerkingen of fysieke aanvaringen, oftewel via pestgedrag. Veel leed zou voorkomen kunnen worden door positieve en stabiele leiding van een volwassene, die duidelijk maakt welk gedrag wel en niet geoorloofd is. Maar op vrijwel alle scholen wisselen kinderen te vaak van leerkracht en denken die leerkrachten vaak ook nog-onterecht dus-dat plagen en pesten natuurlijk gedrag is dat bij de leeftijd hoort en dat je sterker maakt, waardoor ze niet (genoeg) ingrijpen. Weerbaarheidstrainingen zullen alleen aanslaan bij een kind als het zich ook in een veilige groep bevindt (Gerarda van der Veen). Ikzelf denk dat er naast een weerbaarheidstraining geven (wat ik verzorg) in het geval van een gepest kind er ook een gesprek met de school zou moeten zijn over de groepssituatie.

Hoogsensitieve jongens

Hoogsensitieve jongens hebben vaak het gevoel niet te voldoen aan de verwachtingen van hun omgeving. Vooral vaders worstelen met de vraag of ze hun zoon moeten stimuleren om weerbaarder te zijn of juist hun gang moeten laten gaan. Dit zet de vader-zoon relatie onder druk. Van jongens wordt verwacht dat zij zich extraverter uiten. Ouders vinden het vreemd als hun zoon zich terugtrekt op een stille plek en begint te huilen. Dergelijk gedrag vinden zij meer bij meisjes horen. In mijn praktijk geef ik ook weerbaarheidstrainingen aan vooral jongetjes. Maar ook maak ik de ouders ervan bewust wat hoogsensitiviteit inhoudt en hoe ermee om te gaan bij hun kind.

Gaming

Ja, een ambivalent onderwerp. Mijn zoon gamed en als hij het doet, fanatiek. Veel mensen met jonge kinderen willen hun kleintjes beschermen tegen al dat geweld en zeggen nooit een PS-4 te willen kopen. Toch is het er bij mij na het enige tijd tegengehouden te hebben toch erin geslopen. Het begon met onschuldige FIFA voetbal spelletjes en voor ik het wist zaten de games vol met guns. Hij is nu 16 en ja het is aan de ene kant een solistische activiteit, want er zijn over het algemeen geen andere kinderen in de kamer aanwezig. Aan de andere kant is hij volop aan het communiceren als hij live gaat. Hij vindt het prachtig om zijn techniek en controle te verbeteren en vergroten. Voor hem is het een job. Gelukkig leidt zijn school en gezondheid er niet onder. En hij doet nog genoeg aan sport. Maar af en toe verlang ik naar die goede oude tijd waarin kinderen op pleintjes rondhingen en voetbalden met een echte voetbal. Maar hij is happy.