Inbakeren oud en nieuw
Wat is er veel veranderd op het gebied van inbakeren. Vroeger was het zo dat als de baby geboren was de dokters de raad gaven om de navelstreng door te snijden met een mes, maar vaak ook met een korst brood, een stuk aardewerk of een stuk riet. De bevalling werd begeleid door een vroedvrouw.
Het pasgeboren kindje werd aangekleed door de vroedvrouw. Men dacht dat het inbakeren (stevig in luiers verpakken) het vervormen van armen en benen zou tegengaan, navelbreuk voorkomen en opgelopen kneuzingen door de bevalling zou genezen. In latere tijden tot in de 20te eeuw was er rondom de bevalling ook een baker. Dit was de huidige verloskundige. Zij begeleidde de vroedvrouw en was een paar dagen voor en na de bevalling in huis. Zij bakerde het kindje in. Het hoofdje van de baby werd bedekt met een kleine muts om de broze fontanel te beschermen. De baker raakte in ongenade toen er verloskundigen kwamen. Het woord ‘bakerpraatjes’ ontstond. Doordat bakers vaak onjuiste beweringen hadden.
Ongeveer 25 jaar geleden werd het inbakeren herontdekt omdat baby’s steeds onregelmatiger gingen drinken en slapen. Er zijn veel verschillen tussen het inbakeren van toen en nu. De huidige techniek van het inbakeren, mits juist uitgevoerd, is niet belastend voor de groei en de heupontwikkeling. Baby’s hoofd wordt niet ingebakerd en warmtestuwing wordt met het juiste materiaal voorkomen.
Momenteel is het inbakeren erg in zwang. Baby’s worden er rustiger van.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!